Verkeersruzie in Holtenbroek loopt vreselijk uit de hand

|   Laatste wijziging

Foto: Peter Denekamp

Zwolle – Dominique van E., een 23-jarige Middelburger, moest zich donderdag verantwoorden voor de meervoudige strafkamer van de rechtbank in Zwolle. Op 12 november vorig jaar botste hij met zijn auto achterop een andere auto op de Mozartlaan. Er ontstond een verkeersruzie en dat liep volgens de officier van justitie vreselijk uit de hand.

Op de bewuste dag heeft de Middelburger een heftig gesprek met zijn ex-vriendin in Zwolle. Ondanks dat zijn rijbewijs is ingenomen ziet hij geen andere mogelijkheid dan om met zijn auto naar zijn ex te rijden. Op de Mozartlaan knalt hij achterop zijn voorganger. “Ik ben uitgestapt en die meneer was direct agressief. Ik raakte toen in paniek,” verklaart Dominique van E. Hij stapt weer in zijn auto, rijdt een stukje achteruit en wil wegrijden. De bestuurder van de aangereden auto staat dan voor hem om een foto te maken van zijn kenteken.

De man komt op de motorkap terecht van de met piepende banden wegrijdende auto van Dominique. Met zijn slachtoffer liggend op de motorkap rijdt hij door. Even later valt de man van zijn auto en komt half op de weg en half op een hoge stoeprand terecht. De echtgenote van het slachtoffer heeft alles zien gebeuren en belt de politie en ambulancedienst. Het slachtoffer is bont en blauw. Hij hoeft niet mee naar het ziekenhuis maar een ambulancebroeder waarschuwt hem al voor de pijn die nog gaat komen.

Van E. belt in paniek zijn vader. “Ik wist niet wat ik moest doen,” zegt hij. De vader neemt contact op met de politie en belt zijn zoon terug met het advies zich te melden op het bureau. Dominique volgt dat advies op en gaat lopend naar het politiebureau. Tijdens het verhoor zegt hij dat het slachtoffer zelf op zijn motorkap sprong. Hij krijgt de schrik van zijn leven als agenten hem videobeelden laten zien van het voorval. “Ik dacht echt dat meneer zelf sprong en was totaal in paniek,” zegt Van E. “Ik wens niemand zoiets toe en schrik dat ik het nu zelf gedaan heb.”

Ook een getuige verklaarde bij de politie dat het slachtoffer met gebalde vuist naar Dominique van E. liep. Het leek alsof Van E. bang voor hem was.” Een rechter wil weten of Van E. er vandoor wilde gaan omdat hij geen geldig rijbewijs had. “Nee, ik ben uitgestapt omdat ik mijn excuses wilde maken. Ik schrok van die meneer,” antwoordt Van E. “Als het anders was gelopen dan was ik blijven staan. Als het om mijn rijbewijs ging was ik niet uitgestapt en direct weggereden.”

Een woordvoerder van het slachtoffer leest vervolgens een slachtofferverklaring voor. Het incident heeft diepe indruk op het slachtoffer gemaakt. Hij heeft doodsangsten uitgestaan en kampt nog steeds met slapeloze nachten. Het moment dat hij dacht hoe hij van de motorkap af moest komen spookt dan door zijn hoofd. Ook heeft het slachtoffer nog steeds pijn aan zijn schouder. Hierdoor kan hij zijn werk niet volledig uitvoeren.

Dominique van E. raakt zichtbaar geëmotioneerd. “Het spijt mij zo erg en ik heb dit ook niet zo gewild,” zegt hij huilend. “Het is niet goed te praten en nu hoor ik hoe de afgelopen tijd voor meneer is geweest.”

De officier van justitie begrijpt niet goed waarom Van E. is gaan rijden die dag. “Elf dagen eerder is zijn rijbewijs ingenomen na een snelheidsovertreding en toch rijdt hij naar Zwolle.” Ook meent de openbaar aanklager dat de verkeersruzie verschrikkelijk uit de hand is gelopen. “Het slachtoffer heeft enorm veel geluk gehad. Dit had heel anders kunnen aflopen.” De officier ziet wel in dat Van E. oprecht spijt heeft van zijn daden. “Dat siert hem. Strikt genomen moet hiervoor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf worden geëist en ik doe dat vandaag niet.”

De strafeis luidt een gevangenisstraf van honderdtwintig dagen, waarvan drie dagen onvoorwaardelijk. Dit met een taakstraf van honderdtwintig uur en achttien maanden ontzegging van de rijbevoegdheid. Van E. heeft al drie dagen in voorarrest gezeten. Het OM omzeilt met de drie dagen onvoorwaardelijke gevangenisstraf het taakstrafverbod dat voor dit misdrijf van toepassing is.

De advocaat van Van E. meent dat er geen sprake was van opzet. Hierdoor kan er volgens hem geen sprake zijn van zware mishandeling. Ook wijst hij op een verklaring van een ooggetuige die zag dat het slachtoffer een klein sprongetje maakte de motorkap op.

Daarna laat de woordvoerder van het slachtoffer weten dat het slachtoffer en zijn vrouw blij zijn met de spijtbetuiging van Van E. “Het doet ze goed wat hij heeft gezegd en dat zal zeker helpen bij het verdere verwerkingsproces.” Dominique van E. gebruikt vervolgens zijn laatste woord om nogmaals zijn excuses aan te bieden aan zijn slachtoffer.

De rechtbank doet uitspraak over veertien dagen.

Gerelateerde Berichten

(Automatisch gegenereerd)