Geliefde Zwolse kroegbaas slachtoffer van zinloos geweld: ‘Zijn warme glimlach is verdwenen’

|   Laatste wijziging

Kroegbaas Ali Haydar achter de bar van Café Neuf
Foto: Peter Denekamp

Zwolle – Sinds jaar en dag staat Ali Haydar achter de bar van zijn piepkleine Café Neuf in de Steenstraat. Het is een rustig café met een divers publiek: studenten, buurtbewoners, mannen en vrouwen van verschillende nationaliteiten. Iedereen is er welkom om rustig een praatje te maken aan de bar of om met vrienden een spelletje te spelen aan een van de tafeltjes. Iedereen voelt zich er thuis en dat is te danken aan Ali. Met zijn innemende glimlach heeft hij door de jaren heen menig hart gestolen.

De glimlach van Ali is er niet meer en de pretlichtjes in zijn ogen zijn gedoofd. Dat allemaal sinds Ali in zijn café op brute wijze werd aangevallen. In de avond van 3 november vorig jaar kreeg de kroegbaas rake klappen. Even later lag hij badend in zijn eigen bloed op de vloer van zijn café. Ali dacht dat hij het niet zou overleven. Even later hield de politie de 54-jarige Tacettin G. uit Zwolle aan. G. moest zich donderdag in de rechtbank verantwoorden. Hij ontkent in alle toonaarden verantwoordelijk te zijn.

De officier van justitie denkt er heel anders over. Zij spreekt over een poging tot doodslag en de bewijzen zijn wat haar betreft overweldigend. G. vluchtte uit Café Neuf nadat de klappen vielen. Hij liet zijn bloedende en op de grond liggende slachtoffer achter. G. belde wel met 112 om door te geven dat hij iemand had geslagen en er hulp nodig was. De politie heeft camerabeelden van die avond in de binnenstad bekeken. Zij denken dat ze Tacettin G. zien fietsen met een voorwerp in de hand. Wat hij precies bij zich heeft kunnen de agenten niet zien, het zit in plastic verpakt.

Kroegbaas Ali verklaarde dat hij in zijn lege café met de rug naar de deur zat en televisie keek. Hij hoorde iemand binnenkomen en kreeg een klap met een hard voorwerp op zijn hoofd. Ali draaide zich om en er ontstond een worsteling. Hij kreeg nog een paar klappen met het harde voorwerp en zakte door zijn benen. Een barkruk viel om en liggend op de grond zag hij zijn belager vertrekken. Hij kon niet zien waar hij mee was geslagen, het zat verpakt in een plastic boodschappentas.

Een getuige die door de Steenstraat liep zag die avond twee mannen met elkaar worstelen in het kleine cafeetje. Hij zag dat Tacettin G. een voorwerp in zijn hand had en daarmee sloeg. Ook hij weet niet wat de man in zijn hand had omdat het in plastic gehuld was. De politie sprak ook met de zoon van G. Die verklaarde dat zijn vader hem kort na het voorval in Café Neuf belde. Zijn vader stond toen bij IJssalon Salute en had net alarm geslagen bij de hulpdiensten. De zoon verklaarde dat zijn vader hem zei dat hij iemand had geslagen.

De forensisch arts die Ali onderzocht, schreef in zijn verklaring dat de kroegbaas twee barstwonden op zijn hoofd had. Wonden die volgens de deskundige alleen ontstaan door een flinke klap met een hard voorwerp. Ook heeft Ali een gebroken pink en een zwaar gekneusde schouder. De arts onderstreepte dat het letsel kan passen bij de verklaring van de kroegbaas.

Tacettin G. heeft in de rechtbank een verklaring voor het gebruik van het woord slaan. Hij beheerst de Nederlandse taal niet goed en bedoelde dat er wat geduwd en getrokken is in Neuf. De voorzitter van de meervoudige kamer vraagt hem of hij de foto’s met het letsel van het slachtoffer heeft gezien. “Ja, daar schrok ik wel van en dacht hoe kan dat met vallen,” antwoordt G. Ook na het zien van een foto van de grote plas bloed op de vloer van het café heeft G. geen idee. Hij denkt dat Ali tegen de barkruk is gevallen en daardoor gewond is geraakt.

De rechter wil van hem weten waarom hij bij Neuf naar binnen ging. G. zegt dat er eerder die dag jongens bij hem aan de deur zijn geweest. “Ik had die avond honger en fietste naar McDonald’s,” zegt G. Hij fietste door de Steenstraat langs Neuf. “Ineens bedacht ik dat ik die jongen daar wel eens had zien zitten en wilde alleen vragen of ze wisten wie die jongen is.” Volgens G. was het Ali die direct begon met de worsteling.

De officier van justitie neemt het woord en spreekt G. aan. “Wordt het niet eens tijd dat u gewoon zegt wat er gebeurd is?” G. reageert er niet of nauwelijks op. Hij blijft erbij niet te hebben geslagen.

Ali volgt zwijgzaam vanaf de publieke tribune de rechtszaak. Zijn dochter geeft hem toch een stem door een slachtofferverklaring voor te lezen. “Ali, zoals iedereen hem kent, is een horecaman in hart en nieren,” zegt ze geëmotioneerd. “Zijn café is eigenlijk zijn huis.” Ze beschrijft hoe haar vader van achteren is aangevallen. “Hij zag de klappen niet aankomen en dat is geestelijk ontzettend heftig. Mijn vader wist niet wat er gebeurde en het voelde voor hem of iemand hem van het leven wilde beroven.”

De dochter van Ali krijgt het te kwaad als ze verder leest. Ze vertelt de rechters dat Ali sinds enkele maanden opa is. “Mijn vader dacht dat hij zijn kleinzoon niet meer zou zien opgroeien.” De dochter omschrijft het moment dat Ali badend in het bloed op de grond van zijn geliefde café ligt, de plek waar hij zich veilig voelde. “Waarom ik, spookte door zijn hoofd.” De dochter voegt eraan toe dat die vraag haar vader nog steeds iedere nacht wakker houdt. “Het is vreselijk voor ons om te zien hoe een sterke sociale man er nu aan toe is,” zegt ze tegen de drie rechters. “Kon ik u maar laten zien hoe hij eerder was met zijn vriendelijke glimlach.” Ze legt uit dat Ali angstig is om in zijn kroeg te zijn. “Hij voelt zich er nu onveilig en hij is lusteloos.” Ze hoopt dat het in de toekomst gaat veranderen. Zij wil dolgraag haar vader terug. Tegen de rechters zegt ze vertrouwen te hebben in de rechtspraak.

Dan spreekt ze Tacettin G. aan. Ze probeert om hem recht in de ogen kijken, maar G. ontwijkt haar blik. “Hoe haal je het in je hoofd om buitensporig geweld te gebruiken. Hoe kun je zoiets doen,” zegt ze fel. Ze noemt het een laffe daad zonder enige reden. “Geweld valt sowieso niet goed te praten,” voegt ze eraan toe.

Tacettin G. krijgt van de rechter de kans om te reageren op de slachtofferverklaring. “Goed bedacht, ze heeft een mooi verhaal geschreven en ik kan er niet op reageren,” zegt hij.

De officier van justitie begint met haar pleidooi. “Een poging tot doodslag is wat mij betreft glashelder.” Volgens haar hoeft het geen betoog dat iedereen weet dat de kans op overlijden groot is als je iemand hard op het hoofd slaat met een hard voorwerp. “Het is eerder geluk dan wijsheid dat Ali nog leeft,” aldus de officier. Ze veegt de verklaring van G. van tafel. “Daar klopt helemaal niets van.” Het OM eist een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar. De officier vindt ook dat G. een schadevergoeding van meer dan tienduizend euro moet betalen aan de kroegbaas. Door het gewelddadige incident kon Ali lange tijd niet meer werken en kwam hij zonder inkomen te zitten. Ook moet G. medische en andere kosten vergoeden.

De advocaat van G. ziet het anders. Zij onderstreept dat de politie nooit het voorwerp heeft gevonden waarmee zou zijn geslagen. Ook vindt ze dat het OM veel te hoog inzet door te spreken over een poging tot doodslag. Zij vraagt dan ook vrijspraak voor de poging tot doodslag. “Het letsel valt ook niet te kwalificeren als zwaar lichamelijk letsel,” aldus de raadsvrouw. Ze vraagt de rechtbank om haar cliënt daar ook niet voor te veroordelen. Omdat ze om vrijspraak vraagt, vindt ze dat vordering om de schade te vergoeden moet worden afgewezen.

Tacettin G. wil geen gebruikmaken van het laatste woord. Twee agenten van de parketpolitie staan op om hem terug te brengen naar het huis van bewaring. Zwijgend met het hoofd naar de grond gebogen verlaat hij de rechtszaal. Of hij nog langer tussen vier betonnen muren moet blijven zitten, hoort hij over twee weken. De rechtbank doet uitspraak op 2 maart.

Gerelateerde Berichten

(Automatisch gegenereerd)