Bekeravontuur WVF tegen VIOS ten einde

Zwolle – In een bedroevend slechte wedstrijd tegen csv VIOS uit Vaassen heeft WVF afscheid moeten nemen van “de beker”. In een wedstrijd die eigenlijk geen winnaar verdiende toonde derde klasser VIOS zich de meerdere van WVF. De 0-0 eindstand zorgde voor een noodzakelijk vervolg in de vorm van een strafschoppenserie. VIOS wipte met 4-2 WVF uit het bekertoernooi. Met veel bankzitters binnen de lijnen moest WVF in het bekerduel aantreden tegen csv VIOS uit Vaassen.

Het eerste kwartier leek de strijd gelijk op te gaan, met als enig wapenfeit een gevaarlijk afstandsschot van VIOS. Het miezerige regentje dat neerdaalde over “de Weide Steen” deed geen goed aan de spelkwaliteit. Veel foute passes en verkeerde aannames zorgden voor een troosteloos spelbeeld. Het enige WVF hoogtepunt kwam van de voet van Özhan Kardag. Hij loste al draaiend een vlammend schot dat rakelings overging. Na de rust moest Nick Rientjes plaats maken voor Hans Kamping. Geknoei in de WVF defensie zorgde voor een gevaarlijker wordend VIOS. Vooral spits Erik Koldenhof haalde regelmatig de trekker over, maar trof geen doel. Heel af en toe deed WVF iets terug. Gevaarlijke schoten van Özhan Kardag en Hessel Berends brachten niet het gewenste resultaat.

In de 65e minuut kroop WVF door het oog van de naald. De leidsman keurde terecht een buitenspeldoelpunt af. Coach Eduard Lindeboom bracht Arno Leenhouts voor Kevin Peters en nieuwkomer Robby van Amerongen voor Dion Reijen. Ook VIOS wisselde. Hoogtepunt van de tweede helft was een onverwachte en vermakelijke rondgang van een witte herdershond die even snel het speelveld verliet als dat hij gekomen was. Vlak voor tijd glipte WVF bijna door de VIOS defensie. Een met geel bestrafte handsbal voorkwam een doorbraak. Het was en bleef een bloedeloos 0-0. De wedstrijd kreeg noodzakelijkerwijs een vervolg. In de afsluitende penaltyserie deed VIOS het het minst slecht en bekert door. Voor WVF stopt het bekeravontuur en kan zich nu volledig gaan richten op de competitie.

Door : John Ruijsch