Vondst bebouwing gesticht Wytenhuis aannemelijk

Zwolle – Vooraf de nieuwbouw op het Katwolderplein worden er opgravingen verricht. Het graaf- en zoekwerk zal nog enige tijd in beslag nemen. De archeologen hebben hoge verwachtingen van de opgravingen. Ze hopen informatie van de situatie van honderden jaren terug te vinden. Het Katwolderplein, vernoemd naar de gelijknamige polder, komt tussen de Pannekoekendijk, de Mussenhage en de Kievitstraat.

 

05-11-2009_opgraving_pannekoekendijk_1.jpg

 

De stadsarcheologen van Zwolle zijn momenteel aan de Pannenkoekendijk bezig met het uitgraven van een sloot met daarin meerdere afvalkuilen met aardewerk uit de periode rond 1400. Dit is de periode van het Wytenhuis dat aan het eind van de 14de eeuw gesticht is en aan de Mussenhage buiten de Kamperpoort lag. Of dit materiaal ook direct gekoppeld kan worden aan de zusters is nog onduidelijk. Wel lijkt de kans op het aantreffen van bebouwing uit deze periode in de volgende opgravingscampagne zeer aannemelijk.
 

 05-11-2009_opgraving_pannekoekendijk_2.jpg

 05-11-2009_opgraving_pannekoekendijk_5.jpg
 
05-11-2009_opgraving_pannekoekendijk_4.jpg 05-11-2009_opgraving_pannekoekendijk__studente_sanne_helpt_ook_mee_3.jpg
Studente Sanne helpt ook mee…

Gerelateerde Berichten

(Automatisch gegenereerd)

3 gedachten over “Vondst bebouwing gesticht Wytenhuis aannemelijk”

  1. Leuk om te weten dat we nu nieuwbouw plegen in o.a. Holtenbroek en Kamperpoort en over 500 jaar mensen waarschijnlijk al het puin weer uit de grond gaan graven om te ontdekken dat we toen met een Ipod op ons hoofd rondliepen. “In 2009 praatten de mensen weinig met elkaar, iedereen in het OV en op straat keek chagerijnig strak voor zich uit en luisterde naar muziek uit een kastje”;D

  2. HAhaha.. Eindelijk.. Ze hebben het hele sportveld al overhoop gegraven, en allemaal muren gevonden, de hele parkeerplaats lag er al uit, en nu het laatste stukje, gaan ze pronken met potscherven, haha 😉

  3. Het Wytenhuis Musschenhage anno 1404

    Over de eerste bewoners van het Wytenhuis is het volgende bekend:
    Het waren drie nichtjes of verwanten (neptes) van Wyte van Windesheim.
    Deze Wyte was een broer van Meynold van Windesheim, die een hoge functie had bekleed aan het hof van de Utrechtse bisschop Florens van Wevelinckhoven en die de oprichting van het Fraterhuis financieel mogelijk had gemaakt.

    Hij was ook een oom van Theodericus van Herxen, rector van het Fraterhuis. Wyte en zijn broer Meynold werden in 1396 samen opgenomen in het Fraterhuis waar Meynold korte tijd later overleed.

    De drie nichtjes van Wyte wilden God dienen. Waarschijnlijk om hen in deze wens tegemoet te komen kocht Wyte op 30 juni 1404 een huis en erf in de Musschenhage buiten de Voorsterpoort en gelegen aan het water. Op 31 juli 1409 schonk hij dit huis aan de vrouwen die in het huis in reinheid, onderdanigheid en liefderijkheid samen woonden.

    Biechtvader van de bewoonsters was op dat moment Henricus van Gouda. Ter wille van zijn nichtjes gaf Wyte van Windesheim jaarlijks een vat boter aan de vrouwengemeenschap.

    Toen hij echter op een gegeven moment de seculiere priester Gerardus Tricht als biechtvader wilde laten aannemen, weigerden de dames dit.
    Theodericus van Herxen had hen namelijk sterk afgeraden om een seculiere priester te accepteren en had hen voor advies naar de Prior van Windesheim gezonden.
    Deze adviseerde hetzelfde en raadde hen tevens aan om onder het Gregoriushuis te blijven.

    Toen zij dat inderdaad deden, staakte Wyte verontwaardigd zijn jaarlijkse gift van een vat met boter.
    Bovendien haalde hij zijn nichten weg uit het huis. Twee van hen stuurde hij naar het klooster Klaarwater bij Hattem. De derde trouwde en kreeg een zoon, Johannes ten Kolke.

    De overgebleven drie of vier zusters bleven in het Wytenhuis wonen en bleven onder de geestelijke leiding van het Fraterhuis staan.
    De onenigheid tussen Wyte van Windesheim en het Fraterhuis over de benoeming van een biechtvader is mogelijk ontstaan na de dood van Henricus van Gouda in 1410, toen er een andere biechtvader moest komen.
    Waarschijnlijk woonde Wyte toen al enige tijd niet meer bij de fraters. In 1409, bij de dood van de eerste rector, wordt hij namelijk niet vermeld onder de bewoners, terwijl vaststaat dat hij in 1418 nog in leven was.

    Bron: Buurtmuseum Kamperpoort

Reacties zijn gesloten.