Zwolle – De Thorbeckegracht in Zwolle was vrijdag 9 september de finishlocatie van de 8e IJssellandrally. Bijna alle van de 100 gestarte klassiekers en oldtimers haalden de finish. Veelal met de nodige modderspetters en vermoeide drivers en navigators aan boord die op hun beurt zichtbaar hadden genoten van de tocht. De rally werd moeilijker ervaren dan de voorgaande jaren, maar de opbrengst was er zeker niet minder door. In totaal werd een bedrag van bijna € 27.000 euro bij elkaar gereden voor drie goede doelen: IntermeZZo, Jeugdsportfonds Zwolle en het VU Alzheimercentrum. De ambassadeurs van de stichtingen namen de cheques met een – terechte – brede glimlach in ontvangst tijdens het afsluitende diner aan de Zwolse gracht.
De IJssellandrally, een initiatief van Brouwers Accountants & Adviseurs en ING, staat ieder jaar weer garant voor een prachtig deelnemersveld. Bijna 100 bijzondere klassiekers verschenen aan de start, die dit jaar in het Twentse De Lutte was. Er waren aan het einde van de dag flink wat prijzen te verdelen. In de Tourklasse gingen Patrick Leerentveld en Richard Schoenmaker, rijdend in een Mazda 1000, er met de hoofdprijs vandoor. De titel in de Sportklasse ging naar Hank Melse en Nicole Melse in hun Porsche 911. Bij de damesequipes namen Willemien de Bruin en Christa Melsbach, rijdend in een Alfa Romeo 1750 GTV Spider, de eerste prijs in ontvangst. Grote hilariteit was er bij het uitreiken van de pechprijs. Rene Kroes en Willem Bramer wisten deze groots binnen te halen door hun geklungel in een Peugeot 404.
Naast een sportieve prestatie staat het goede doel centraal tijdens de IJssellandrally. Drie goede doelen mochten rekenen op een flinke bijdrage. Gaston Sporre nam als stichtingsvoorzitter van IntermeZZo ruim € 7500,- in ontvangst. En ook aan Erben Wennemars, ambassadeur van Jeugdsportfonds Zwolle, werd een cheque ter waarde van bijna € 8000,- overhandigd. Ten slotte was er nog ruim € 11.200,- voor het VU Alzheimercentrum die door deze bijdrage nog meer onderzoek kunnen doen en een nog betere bijdrage kunnen leveren aan het bespreekbaar maken van de ziekte.
