Taboe doorbreken met voorlichting

Om onder allochtonen begrip voor homoseksualiteit te krijgen zal er meer aan voorlichting moeten worden gedaan. Dat adviseert de Integratieraad aan de gemeente Zwolle.

In het rapport concludeert de Integratieraad dat er onder allochtonen vaak een taboe rust op homoseksualiteit. De beste manier om dat te doorbreken is het bespreekbaar maken van het onderwerp. Vooral sleutelfiguren als Predikanten, Imams en jongerenwerkers kunnen daarbij een grote rol spelen. Verder zou het onderwerp in de inburgeringscursus en seksuele voorlichting verwerkt moeten worden.

Bron: RTV Oost.nl

Het rapport kunt u lezen via ‘Lees verder’

Voorwoord

In haar beleidsagenda “Homo Emancipatie” van juli 2005 heeft het college van B&W

aangekondigd dat zij de Integratieraad om advies zal vragen over emancipatie / integratie  van allochtone homo’s en lesbo’s in de gemeente Zwolle.

In haar brief van juni 2007 heeft het college van B&W de Integratieraad formeel om advies gevraagd met als centrale thema, de drie onderstaande vragen:

  1. Hoe kan in algemene zin homo-emancipatie bij allochtone groepen worden bevorderd.
  2. Op welke manier kan homoseksualiteit het beste bespreekbaar gemaakt kan worden bij de allochtone groepen.
  3. Wie kan daarin een rol spelen.

Door de complexiteit van de problematiek, is het antwoord niet zo simpel te geven. Want het leven van allochtone homo’s en lesbo’s is in tegenstelling tot hun westerse lotgenoten, verweven met hun maatschappelijk, culturele en religieuze identiteit.

De nu voorliggende adviesnota wordt uitgebracht tegen de achtergrond van hun worsteling om uit de anonimiteit én om uit de omklemming van hun gemeenschap, ouders, familie, clan en geloofsgemeenschap te treden. Deze adviesnota dient dan ook tegen deze achtergrond gelezen te worden.

De voorliggende adviesnota is tot stand gekomen na een zo breed mogelijke oriëntatie en is in twee vergaderingen van de Integratieraad behandeld. De inbreng en informatie van de leden, gesprekken met  het bestuur van het COC, raadpleging van aanwezig literatuur, maar in het bijzonder persoonlijke gesprekken die gevoerd zijn met verschillende allochtone homo’s en lesbo’s, zijn in de nota verwerkt.

De Integratieraad is zeer erkentelijk voor de  persoonlijke en openhartige gesprekken waarbij in het bijzonder een inkijk is gegeven in hun verborgen leven.

Namens de Integratieraad,

Jitro Ubro

Voorzitter

 

                                              De Vier Vrijheden

 

1.     Vrijheid van meningsuiting

2.     Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging

3.     Vrijwaring van nood en gebrek

4.     Vrij zijn van angst en vrees

Uit een toespraak van president Franklin Roosevelt (U.S.A)

1. Probleemstelling

De onderwerpen waarover u om advies vraagt zijn niet eenvoudig. Ook binnen de Integratieraad is waarneembaar dat op deze materie veelal een taboe rust. Het voorliggende advies is dan ook opgesteld tegen de achtergrond van maatschappelijke, culturele en religieuze omstandigheden waarin allochtone homo’s en lesbo’s zich bevinden. In de samenleving is een toenemende intolerantie te zien ten opzichte van homoseksualiteit, allochtone groepen en andere religies. Het zou best eens zo kunnen zijn dat jongeren die zich gediscrimineerd voelen ook eerder geneigd zijn anderen te discrimineren en zich zo afreageren. Het streven moet gericht blijven op respect voor iedereen.

Allochtone homo’s en lesbo’s hebben het dubbel zo moeilijk. Net als hun Nederlandse lotgenoten worstelen ook zij met hun “anders” zijn en de vaak negatieve beeldvorming over hen. Homo-emancipatie is een algemeen actueel maatschappelijk vraagstuk en niet alleen specifiek voor allochtone homo’s en lesbo’s. Daar waar westerse homo’s en lesbo’s na jarenlange strijd acceptatie en erkenning ondervinden, bevinden hun allochtone lotgenoten zich in omstandigheden die door taboes worden omringd. De angst om uitgestoten te worden of voor verlies van hun maatschappelijk/cultureel en religieuze kaders, mishandeling door de familie (eerwraak), clan (een cultureel antropologisch begrip) en/ of landgenoten, beheerst hun leven.

Homo’s en lesbo’s geven aan niet begrepen te worden binnen de groep, daarnaast is het voor hen van belang dat zij zich veilig voelen. Het gaat immers om gevoel en liefde. Met alleen maatregelen om homo’s en lesbo’s van allochtone afkomst kansen te geven te emanciperen, is volgens de Integratieraad het probleem niet opgelost. In het verlengde hiervan zal ook gewerkt moeten worden aan integratie en acceptatie van deze groep allochtonen, niet alleen in de samenleving als geheel, maar in het bijzonder binnen hun eigen gemeenschappen.

Eén van de belangrijkste doelstellingen voor de emancipatie van allochtone homo’s en lesbo’s is hen uit de wurggreep van het isolement te halen.

De mate van acceptatie van homo’s en lesbo’s van allochtone afkomst wordt extra bemoeilijkt door de wijze waarop binnen allochtone gemeenschappen over homoseksualiteit wordt gedacht. De in Nederland geldende principes van acceptatie ,tolerantie en in het bijzonder respect jegens homo’s en lesbo’s, worden door allochtone gemeenschappen in het  algemeen slecht of niet  begrepen of zij willen die niet begrijpen. Bespreekbaar maken is voor hen alleen mogelijk in de vorm van afwijzing, afkeuring en veroordeling. Deze houding wordt binnen de eigen gemeenschap negatief versterkt door een eigen voorstelling van zaken. Omdat homoseksualiteit binnen de eigen gemeenschap een onbespreekbaar thema is, is het moeilijk om het negatieve oordeel te nuanceren. Een open oor hebben voor de ontwikkeling in de samenleving en/of respect ten opzichte van homo’s en lesbo’s is niet aan de orde.

Deze opstelling is een vorm van manifestatie van normen en waarden van de eigen cultuur.

Het uit zich vooral in autoritair gedrag dat in bepaalde situaties bizarre vormen aanneemt.

Als gevolg van schaamte voor het aanzien van vooral ouders, familie (de clan) en soms landgenoten, vluchten de homo’s en lesbo’s van allochtone afkomst in de anonimiteit.

Zelfs zijn zij bereid om de eigen identiteit te ontkennen, waarbij zij tegelijkertijd ook de basis van hun bestaan ontkennen. De vlucht naar grote steden is een bekend verschijnsel in de hoop dat zij in de anonimiteit kunnen onderduiken, maar zelfs dan is men niet veilig, want de arm van ouders, familie, (clan) en landgenoten reikt ver. Angst dat men achter de geaardheid komt, geeft pijn en verdriet. Eenzaamheid beheerst het leven van deze groep mensen. Het is ook bekend dat er gedwongen huwelijken zijn, waarvan één van de partners homoseksueel is. Het is een leven zonder perspectief zoals dat in een persoonlijk gesprek werd gezegd.

Terwijl in het land van herkomst de maatschappelijke, culturele en religieuze opvattingen aan het verschuiven zijn, en min of meer liberaler zijn geworden, zijn de opvattingen van allochtone gemeenschappen in Nederland stil blijven staan.

Binnen allochtone groepen is er sprake van maatschappelijk/culturele verschijnselen die zich dikwijls op een eigen wijze (anders dan de Nederlandse) ontwikkelen. Daar waar de westerse cultuur liberaler lijkt te zijn geworden, blijven de allochtone gemeenschappen op deze terreinen qua ontwikkeling achter. Volgens de opvatting van de Integratieraad hebben allochtonen meer tijd nodig voor acceptatie van Nederlandse maatstaven. Dit onderwerp bij deze groep vraagt veel geduld en voorzichtigheid. De Integratieraad vindt wel dat de gemeente op een gepaste wijze een signaal dient af te geven naar de allochtonen. Het streven moet gericht zijn op respect en acceptatie van homoseksuelen binnen hun eigen groepen.

Voor allochtonen met een andere culturele afkomst dan de Nederlandse is het belangrijk dat zij weten wat hun eigen voorschriften over homoseksualiteit zeggen. In sommige allochtone culturen en religies is het verboden om homoseksueel te zijn, wel dient men de homoseksualiteit van anderen te accepteren. Ook zijn er culturen die homoseksualiteit niet verwerpen, maar men laat zich er publiekelijk ook niet over uit. Het taboe zou doorbroken kunnen worden door mensen erop te wijzen wat zich in het eigen land van herkomst aan het ontwikkelen is en wat hun eigen levensbeschouwing daarover zegt. Hoe die allochtonen daar in de praktijk mee om gaan heeft ook te maken met de interpretatie van de voorschriften. Geestelijke leiders zouden kunnen gestimuleerd worden om daar waar mogelijk positieve aandacht te geven aan het onderwerp homoseksualiteit en het bespreekbaar te maken, want binnen hun religieuze gemeenschap hebben zij gezag.

In verschillende steden in de landen van herkomst bestaat een levendige homoscene. Het is echter taboe om er over te praten. Van sommige bekende artiesten weet men dat ze een andere seksuele geaardheid hebben, wat aan hun populariteit echter niets afdoet.

2. het gevraagde advies

1 Hoe kan in algemene zin homo-emancipatie bij allochtone groepen bevorderd worden.

In de eerste plaats dient er onderscheid gemaakt te worden tussen het accepteren van homoseksualiteit in het algemeen en homoseksualiteit in de eigen groep. Het laatste is het lastigste en zal de meeste tijd vergen om het te bereiken.

De kennis onder allochtone gemeenschappen over homoseksualiteit in het algemeen en binnen hun eigen gemeenschap in het bijzonder zou verbeterd moeten worden.

Misvattingen, veroordelingen en agressie, mishandelingen en eerwraak dienen bestreden te worden.

Aandacht voor de diversiteit van leefstijlen van homo’s en lesbo’s bij de verschillende allochtone gemeenschappen is nodig.

Preventieve maatregelen dienen ontwikkeld te worden tegen agressief gedrag en negatieve uitingen in het publieke domein.

Beleidsinzet is nodig voor meer respect, tolerantie en acceptatie, waarbij ouderen en jongeren actief moeten worden betrokken.

Het bespreekbaar maken van homoseksualiteit binnen allochtone groepen is de eerste en belangrijkste stap, omdat dit kan zorgen voor een houdingsverandering op dit gebied. Door er geen aandacht aan te besteden los je bestaande problemen van isolement en eenzaamheid onder allochtone homo’s en lesbo’s niet op.

Het bestaande beleid gericht op integratie, acceptatie en bestrijden van achterstanden, het veroordelen van homoseksualiteiten het bevorderen van verdraagzaamheid, sluit volgens de Integratieraad niet aan bij de belevingswereld van allochtone gemeenschappen.

De Integratieraad adviseert het college om meer dan voorheen een dialoog met de allochtone gemeenschappen aan te gaan waarbij zaken bij de naam genoemd moeten worden.

 

Vanuit de voorwaarde scheppende rol om de samenleving te ordenen, zou het college de geloofsgemeenschappen, migrantenkerken en moskeeën kunnen stimuleren om mee te bewegen op de golven van veranderingen die in de samenlevingen plaatsvinden. Immers angst voor seksuele beleving genereert angst voor afwijzing en uitsluiting.

2 en 3 Op welke manier kan homoseksualiteit het beste bespreekbaar gemaakt worden bij allochtone groepen. Wie kan daarin een rol spelen.

De Integratieraad adviseert het college om belangrijke sleutelfiguren vanuit verschillende allochtone gemeenschappen in te schakelen om deze problematiek bespreekbaar te maken.

De sleutelfiguren kennen hun achterban en weten hoe je op de juiste manier bij hen kan aansluiten en zij kunnen met de gevoeligheden rondom dit onderwerp omgaan. Sleutelfiguren hebben daarnaast vaak veel aanzien en kunnen van daaruit mensen makkelijker beïnvloeden. De sleutelfiguren kunnen voorlichting geven over wat homoseksualiteit inhoudt en hoe het geplaatst kan worden in de maatschappelijke, culturele en religieuze visie van de betreffende gemeenschap, zodat vooroordelen, onbegrip en misvattingen weggenomen kunnen worden. Daarnaast kunnen zij een voorbeeldfunctie vervullen in hoe je open en met respect kan praten over homoseksualiteit en wat een open samenleving betekent. Imams, migrantenpredikanten en pastores, kunnen persoonlijk een positieve grondhouding hebben jegens homo’s en lesbo’s uit hun geloofsgemeenschap, maar tegelijkertijd komen zij soms op gespannen voet te staan met hun eigen geloofsleer. Onbegrip, tegenwerking en verlies van status en aanzien is dan het gevolg.

Belangrijke sleutelfiguren kunnen predikanten van migrantenkerken, imams en islamitische voormannen /vrouwen zijn, maar wellicht ook jeugd- en jongerenwerkers onder allochtonengroepen of docenten op scholen waar veel allochtonen zijn. Waarbij juist de jongerenwerkers en docenten vaak betere mogelijkheden hebben om in kleinere (en daardoor vaak meer veilig ervaren) groepen te werken. De veiligheid van een kleine groep kan prettig zijn juist bij het bespreken van een dergelijk intiem onderwerp.

Er zijn ook voorbeelden dat de betrokkene zelf initiatief nam om eerst gesprekken over de geaardheid met enkele van de directe familieleden te bespreken. Wat uiteindelijk tot acceptatie heeft geleid. Ook hier wordt benadrukt hoe belangrijk een veilige omgeving is.

Voorzichtigheid is geboden, de manier waarop je over dit onderwerp praat is cruciaal. Te open en te vrij kan de weerstand alleen maar groter maken. Maak vooral duidelijk dat het met gevoel en liefde te maken heeft en niet (alleen maar) met seks.

Voor de acceptatie van homoseksualiteit is voor de scholen een belangrijke rol weggelegd. De Integratieraad adviseert om structureel aandacht te geven aan homo-emancipatie door de scholen. Waarbij alle jongeren op school voorlichting krijgen over homoseksualiteit om zo meer begrip te kweken. Wat betreft de voorlichting over homoseksualiteit adviseert de Integratieraad te beginnen in groep acht van het basisonderwijs. De sfeer in de klas is nog neutraal en men is nog ontvankelijk voor het innemen van een genuanceerd standpunt.

De voorlichting dient ook plaats te vinden op scholen waar veel allochtone leerlingen zijn. Dat is het geval bij het V.M.B.O. Vanuit een algemeen thema is het aspect homoseksualiteit bespreekbaar te maken. Bijvoorbeeld binnen het thema ‘School en Veiligheid’. Doelstelling is het vergroten van de veiligheid van leerkrachten en leerlingen op school. De kennis die in het onderwijs wordt overgedragen is een weerspiegeling van de werkelijkheid.

De Integratieraad adviseert het college om jaarlijks middelen beschikbaar te stellen voor samenwerking tussen scholen en instellingen die de emancipatie en acceptatie van homoseksualiteit in het algemeen en in het bijzonder die van allochtone afkomst, kunnen verbeteren.

Het samenwerkingsverband van de betrokken instellingen zorgt dat er meer inzicht komt in het beeld en de acceptatie van homoseksualiteit bij scholieren en in de samenleving.

In het samenwerkingverband zorgen de betrokken instellingen gezamenlijk voor de uitvoering van projecten over homoseksualiteit en – waar mogelijk  – voor de implementatie van lesmateriaal.  

In het samenwerkingverband zorgen de betrokken instellingen dat er meer deskundigheid (leerlingenzorg, leerlingbegeleiding, vertrouwenspersoon) komt binnen scholen, in de zorg en begeleiding van jonge homoseksuelen in hun identiteitsontwikkeling.

Het COC heeft verschillende voorlichtingsmaterialen ontwikkeld zoals de film ‘Achter elke kleur’ (over homoseksualiteit in verschillende culturele groepen) en heeft ook lespakketten over homoseksualiteit ontwikkeld waar gebruik van gemaakt zou kunnen worden. Samenwerking met het COC kan dan ook waardevol zijn, omdat zij al kennis en ervaring hebben met voorlichting en spreken over homoseksualiteit binnen allochtone groepen.

De begeleiding van homo’s met een andere culturele achtergrond vergt een heel voorzichtige en ook wat terughoudende aanpak. De Nederlandse normen zijn niet zonder meer van toepassing. Je kunt homoseksuelen niet een standaard advies geven om uit de kast te komen. Wat bereikt iemand daar mee en voor wat voor problemen zal het iemand geven?

De Integratieraad adviseert het college om kennis te nemen van het project ‘Veilige Haven’ in Amsterdam van het COC in samenwerking met de Schorer Stichting. Het project richt zich mede op jongeren met homoseksuele gevoelens. Daar kunnen allochtone homoseksuelen terecht met vragen en problemen, praten met iemand die hen begrijpt, een plek vinden om zichzelf te zijn, contact leggen met anderen in dezelfde situatie, informatiemateriaal verkrijgen over ondermeer homoseksualiteit en islam en zonodig kan een slaapplek geboden worden.

Een voorlichtingscampagne moet zich richten op de doelgroep jeugd en jongeren. Het COC houdt zich bezig met voorlichting aan jongeren en bezoekt ook diverse scholen. Zet als het mogelijk is allochtone homo’s in, maak gebruik van toneelvormen en voorstellingen zoals ook gedaan wordt met het thema loverboys. Mensen moeten leren vanuit de ander te kijken om te begrijpen hoe de dingen werken. Alleen vertellen of uitleggen is niet genoeg. Roze zaterdag kan aanleiding zijn om lokaal meer aandacht te geven aan dit onderwerp. Leden van allochtone studentenverenigingen kunnen dienen als rolmodel of als gespreksleider bij voorlichting op scholen. De mening van de jongeren wordt beïnvloed door verschillende referentiegroepen. De familie, de leerkrachten en vrienden spelen een belangrijke rol. Bekende artiesten spelen ook een rol als voorbeeld voor jongeren.

De gemeente kan meer aandacht geven aan voorlichting over homoseksualiteit door middel van folders die beschikbaar komen op de openbare plaatsen: scholen, bibliotheken, gemeentehuis, CWI, uitzendbureaus, bioscopen, inburgeringcursussen en verenigingen.

In de folder kan dan ook de telefonische hulpdienst voor homoseksuelen van het COC vermeld worden.

Voorlichting over dit onderwerp kan ook bij de inburgeringcursussen. Nodig bijvoorbeeld een – oudere – homoseksueel uit om te vertellen hoe het vroeger in Nederland was en hoe het nu is. Uitvoerders van inburgeringlessen moeten aandacht besteden aan diverse samenlevingsvormen zoals ook gezinnen met homo’s en lesbiennes is erg zinvol.

De Integratieraad adviseert het college organisaties als het COC te benaderen voor het geven van voorlichting bij onder andere moskeeën, kerken en bijeenkomsten van zelforganisaties. De Integratieraad kan, indien gewenst, contacten leggen.

De bezoekvrouwen, artsen, jeugdhulpverleners, gezinsvoogden die werken met multiculturele Zwollenaren kunnen een rol spelen als het gaat om de acceptatie van homoseksualiteit. Heel voorzichtig kan het dan in een vertrouwde kring bespreekbaar worden gemaakt.

De betrokkenheid van stedelijke in stellingen zoals Travers, Riaggz en dergelijke dient gestimuleerd te worden.

Predikanten en/of voorgangers van vooral migranten kerken, imams van verschillende moskeen, islamitische voormannen / vrouwen en leiders en/of gezaghebbende personen uit allochtone gemeenschappen, uitnodigen om met elkaar in dialoog te gaan onder regie van het college.

Versterken van emancipatie /integratie bewegingen in eigen kringen is belangrijk.

Het is interessant andere methodieken te ontwikkelen dan wat tot nu gebruikelijk is om emancipatie en integratie in het algemeen te bevorderen en in het bijzonder van allochtone homo’s en lesbo’s.

Sport

Sport is een middel bij uitstek tot sociale cohesie.

Het kan een ook een middel zijn om sociale problemen op te lossen door de deelnemers verantwoordelijkheid aan te leren.

Homoseksualiteit is onzichtbaar in de sport en wordt uit angst ook zo gehouden.

Door deze zwijgzaamheid denken de sportbonden dat zij van het probleem af zijn.

Het is bekend dat homoseksuele sporters vaak slechte aansluiting vinden bij reguliere sportverenigingen en zij gaan uit nood sporten bij commerciële sportorganisaties.

De Integratieraad adviseert het college om een onderzoek te laten verrichten naar de emancipatie en integratie  van homo’s en lesbo’s in de sport en op recreatie gebied  en dan met name die van allochtone homo’s en lesbo’s.

Hoewel de gemeente een beperkte rol speelt op sportgebied geeft de Integratieraad ter overweging om  in de voorwaardenscheppende sfeer, sportaccommodaties ter beschikking te stellen en subsidies te verstrekken ten behoeve van sportende homo’s en lesbo’s. Sport in te zetten en te stimuleren om maatschappelijke doelen na te streven door onder andere op te nemen in de gemeentelijke sportnota. Hierbij adviseert de Integratieraad gebruik te maken van de BOS-impulsen om het voor homo’s en lesbo’s specifieke beleid binnen daarvoor bestemde projecten, in te zetten voor het aanleren van respect voor elkaar, tolerantie en omgaan met verschillen. Het stappenplan sportbonden en homosport Nederland, de Amsterdamse Non-discriminatiecode sport en de Richtlijnen bestrijding verbaal geweld van de KNVB, zouden als voorbeeld kunnen dienen.

Arbeidsmarkt

Ook op de arbeidsmarkt heeft deze doelgroep het dubbel zo moeilijk als hun Nederlandse lotgenoten. Naast hun allochtoon zijn krijgen zij ook te maken met de negatieve opstelling van werkgevers indien de geaardheid bekend wordt. De betrokken sollicitant wordt dan in een spagaat gedwongen om voor de sollicitatie onrelevante informatie te verstrekken.

De Integratieraad adviseert in het netwerkoverleg over arbeidsmarkt en het overleg met het CWI aandacht aan deze problematiek te schenken. Zo kunnen onder andere sollicitatiecodes worden overeengekomen. De recentelijk aangestelde arbeidsmarktaanjager zou hier in een rol kunnen spelen.

Samen werken aan Samen leven
Alleen als je elkanders “anders”-zijn accepteert, is pas sprake van “Samen Leven”.

Maatschappelijke, culturele en religieuze opvattingen mogen nimmer een rechtvaardiging zijn voor de veroordeling van het “anders” zijn.

Gerelateerde Berichten

(Automatisch gegenereerd)