Sociale Wijkteams Zwolle: naar betere hulp

Zwolle – De Sociale Wijkteams in Zwolle zijn nu een half jaar onderweg. Hoewel de aandacht van professionals in de opstartfase vooral naar randvoorwaarden gingen, is de ambitie van de professionals in de wijkteams duidelijk: beter aansluiten bij de burger dan voorheen. Dat blijkt uit recent onderzoek van Hogeschool Viaa.
Of het nu gaat om financiële problemen, overlast of huiselijk geweld: de toekomst zit hem in een gezamenlijke aanpak in de eigen woonomgeving: een nieuwe manier van werken waarin zowel professionele hulpverleners als (sociale) netwerken in de wijk een rol hebben.

De komst van Sociale Wijkteams moet voor twee grote thema’s een oplossing bieden. Het eerste is het tegengaan van bureaucratisering: door hulpvragen gezamenlijk, in een team met diverse professionals op te pakken hoeft de hulpvrager niet meer langs verschillende loketten. Het tweede is het veranderen van de verhouding tussen overheid, burgers en organisaties. Door te werken met Sociale Wijkteams zouden mensen beter zelf hulp moeten kunnen organiseren door een beroep te doen op hun sociale netwerk. Sociale Wijkteams moeten daarvoor wel weten aan te sluiten bij die netwerken, en daarvoor is nodig dat ze de sociale verbanden van de mensen in de wijk goed kennen.
Onderzoek
Van de professionals verwacht 81% dat Sociale Wijkteams in de toekomst beter kunnen aansluiten bij de hulpvraag van burgers, zo blijkt uit het onderzoeksrapport ‘Uit de startblokken…’. Onderzoeksleider drs. Christel Teekman van Hogeschool Viaa: “Wat ik positief vind is dat professionals hun eigen functioneren gemiddeld een 7,3 geven. Maar daar blijft het niet bij: zij willen graag toegroeien naar tenminste een 8,2. Dat geeft aan dat er in de wijkteams ambitie zit en dat de professionals die er werken leergierig zijn.”

Naast positieve, ziet Teekman ook aandachtspunten in de uitkomsten van het onderzoek. “Als je als professional kennis hebt van verschillende leefgebieden maar bijvoorbeeld alleen op Wmo-vragen wordt ingezet, dan kan dit zorgen voor demotivatie en taakverschraling. Omdat in de eerste maanden veel vragen speelden die met randvoorwaarden te maken hadden, is er in de komende periode nog winst te behalen. Denk aan het aanspreken van sociale netwerken, professionals meer zichtbaar laten zijn in de wijk en hulpvragen van burgers meer collectief, dus met elkaar, laten oppakken”. Teekman: “De professionals willen heel graag achter hun bureau weg en de wijk in. Ze beseffen dat ze alleen op die manier ‘het gezicht’ in de wijk kunnen worden en sneller aanspreekbaar zijn in de wijk. Nu de grootste hectiek van de opstartfase voorbij is, is het zaak dat zij de tijd nemen om zich die rol verder eigen te maken.”
Hoewel dat een nieuwe manier van werken is, vindt Teekman het een groot voordeel dat professionals, onderzoekers, docenten en studenten nu al nauw met elkaar samenwerken in de wijkteams: “We brengen de praktijk op deze manier dicht bij de opleiding. Daarmee leiden we bij hogeschool Viaa toekomstige professionals op die naadloos aansluiten bij de veranderingen in het werkveld”.

Achtergrond
Vanaf 1 januari 2015 is het zorgstelsel in Nederland fundamenteel veranderd. Gemeenten zijn verantwoordelijk geworden voor veel ondersteunings- en zorgtaken. In Zwolle is de uitvoering van deze taken in Sociale Wijkteams belegd. Hogeschool Viaa begeleidt deze teams met de methode ‘Actie leren’. Professionals werken daarin samen met onderzoekers, docenten en studenten van de hogescholen Windesheim en Viaa in Zwolle. Het onderzoek van Viaa richt zich op de startfase (nulmeting) van de Sociale Wijkteams in Zwolle en Elburg.