Interactie tussen kunst en kerk

Door Redactie

Zwolle – Tijdens de officiële opening van de tentoonstelling ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van de Belangenvereniging Zwolse Kunstenaars (BZK) in de Grote Kerk werd beeldhouwer Tom Waterreus in het zonnetje gezet. De nestor van de vereniging, die al meer dan 45 jaar actief is als beeldhouwer, ontving uit handen van BZK-bestuurslid Gerrit van den Belt het eerste exemplaar van de glossy catalogus die bij de tentoonstelling is uitgegeven. Ook werd hij geprezen door collega Harmen van der Tuin die met partner en collega Ineke van Harten verantwoordelijk is voor de inrichting van de expositie. In zijn toelichting benadrukt Van der Tuin dat het beeldhouwwerk ‘Kruis’ dat Waterreus in 1991 maakte, als leidraad voor de inrichting fungeerde.

img-20170901-wa0000.jpg 

Het inrichten van een groepstentoonstelling is altijd een lastige klus. Zeker wanneer het gaat om een uiterst gevarieerd aanbod dat alle kanten opschiet. Daar komt bij dat het interieur van de Grote Kerk dwingend aanwezig is. Dat laatste gegeven kan een lastige valkuil zijn, maar Van der Tuin en Van Harten spelen slagvaardig in op de onontkoombare aanwezigheid van het historische interieur. Contemplatie en stiltebeleving lopen als een rode draad door de tentoonstelling. Dat de genoemde sculptuur van Tom Waterreus binnen het grote geheel als katalysator fungeert, is niet verwonderlijk. Al zijn hele artistieke carrière verbindt de Zwolse beeldhouwer kunst en religie. Daarbij maakt hij vaak gebruik van gevonden voorwerpen die hij revitaliseert door ze een tweede leven als kunstwerk te geven. Zo ook de houtsculptuur ‘Kruis’ die op originele manier geassembleerd en bewerkt is. De kunstenaar vond het afvalhout langs de IJssel en maakte er een eigentijdse variant op het traditionele kruisbeeld van. Jezus steekt zijn duim omhoog als verwijzing naar het leven na de dood. Waterreus verbindt hier een sterk religieus besef en zijn persoonlijke levensvisie met vindingrijkheid in materiaalgebruik en een aangename dosis humor.

Ook in de schilderijen van Henk Heideveld spelen religie en Godsbeeld een hoofdrol. ‘God is allmighty but cannot lie. Therefore God cannot make art’. Deze tekst combineert de kunstenaar met een stilleven van een broze witte porseleinen kom en gebroken eierschaal. De kwetsbare attributen van het stilleven plaatsen de tekst in een bredere en ontregelende context. Evenals Waterreus combineert ook Heideveld religie met relativerende humor. ‘God weeps about religion but smiles about art’, stelt hij vast in een ander schilderij dat deel uitmaakt van de jubileumtentoonstelling.

De artistieke bijdragen van Tom Waterreus en Henk Heideveld doen het altijd goed in een kerk die is getransformeerd tot cultuurtempel. Toch gaat de interactie tussen kunst en kerk in de jubileumexpositie van BZK-leden een stap verder. Zowel de geëxposeerde kunstwerken waarin religie gecelebreerd of bevraagd wordt als de kunstwerken waarin godsdienst geen rol speelt, moeten zich noodzakelijkerwijs op de één of andere manier verhouden tot de plek en de geschiedenis van die plek waar e getoond worden. Harmen van der Tuin refereerde daaraan tijdens de opening van de expositie. Dankzij de ambiance van de Grote Kerk worden alle geëxposeerde kunstwerken (ook de volstrekt niet religieuze schilderijen en objecten) naar een niveau getild waarop ervaringen als contemplatie, stilte, toewijding en aandacht extra dimensies krijgen. Daardoor ontstaat een vorm van interactieve magie die de expositie van de BZK-leden in de Grote Kerk meerwaarde verleent.

Dit geldt onder meer voor de schilderijen van Harmen van der Tuin en Ineke van Harten. In beider werk spelen elementen als meditatie en stilte een belangrijke rol. Maar ook minder voor de hand liggende kruisbestuivingen tussen kerkinterieur en kunst onderstrepen dat de Grote Kerk als cultuurtempel voor lokale kunstenaars en voor collega’s uit andere delen van het land of uit het buitenland een uitdagende presentatieplek kan zijn. Zo lijkt het object ‘Woorden zonder titel’ (2010) van Els Mondt gemaakt voor de plek waar het tijdelijk tentoongesteld wordt. Het is verleidelijk om ook hier een inhoudelijke verbinding te leggen met de vroegere functie van het gebouw, zelfs als dit niet zo bedoeld mocht zijn.

Wie vanuit deze invalshoek naar de kunstwerken kijkt, kan allerlei bedoelde en onbedoelde kruisbestuivingen en dwarsverbanden ontdekken die de expositie tot een avontuurlijke expeditie maakt. Zo krijgen de aquarellen van Jan Pieter Gootjes, die de aquareltechniek in de meest pure vorm openbaren, er een dimensie bij door de omgeving waarin ze getoond worden. Hetzelfde geldt voor de acrylschilderijen van Anneke Kieft die strak gecomponeerd zijn en stevig in de lak zijn gezet. Door hun kunstmatige karakter en onontkoombare aanwezigheid contrasteren ze met het ‘gewijde’ interieur. Extraverte in introverte tegenpolen gaan een reactie met elkaar aan. Het is juist die contrastwerking waardoor zowel de attentiewaarde van de kunstwerken als de context waarin ze gepresenteerd worden een extra impuls krijgen. Vergelijkbare wisselwerkingen doen zich voor in relatie tot de levendige schilderijen van Joepe Bos, een verstild landschap van Gertia Sikking, de minimalistische kleurexperimenten van Saskia Zwiers en diverse kunstwerken van andere exposanten.

Geheel los van deze context zijn ook andere interessante ontdekkingen mogelijk. Zo gaat Rita Neef in haar recente schilderijen op zoek naar een driedimensionale presentatievorm, terwijl Annet van der Kamp (vooral bekend als keramisch kunstenaar) laat zien dat zij ook met gemengde techniek op linnen goed uit de voeten kan. Nieuwe ontwikkelingen doen zich eveneens voor in het werk van Nioutze Ho. In recente assemblages verwerkt zij auto-onderdelen. De reden voor deze nieuwe werkwijze is opmerkelijk. Wegens een allergie voor verfpigmenten stapte de kunstenares over naar constructief werk. De composities die vanuit die aanpak ontstaan, bezitten sterke verwantschap met muziek. Het recente werk van Ho is een eigentijdse variant op de collages van César Domela, de kunstenaar die furore maakte als lid van kunstbeweging De Stijl.

Niet alleen Nioutze Ho, maar ook Annet Vroom is schatplichtig aan een illustere voorganger. In haar geval is dat Jan Schoonhoven van de Nulbeweging. Vroom herdefinieert de relatie tussen ritmiek, ordening en wetmatigheid in vormverkenningen waarin de verbeelding van sereniteit centraal staat. Ook hier is het slaan van een thematische brug met het kerkgebouw niet vergezocht. En zo zijn er meer ontdekkingen mogelijk in de tentoonstelling die onderstreept dat de BZK-leden ook na dertig jaar de actuele ontwikkelingen in de beeldende kunst nog steeds op de voet volgen. Dat kan zijn doordat ze kunsthistorische overleveringen herinterpreteren of van hedendaagse connotaties voorzien of omdat ze anderszins met beide benen in de pluriforme wereld van de eigentijdse kunst staan.

Expositie: 30 jaar BZK, t/m 30 september, Grote Kerk Zwolle. Informatie: www.bzkzwolle.nl

Gerelateerde Berichten

(Automatisch gegenereerd)