Zwolle – De kleurrijke stoelen in het zaaltje van de Stadkamer waren maandagavond bijna allemaal bezet door voornamelijk PvdA-leden, die benieuwd waren wat Lodewijk Asscher te vertellen had. Het komt niet zo vaak voor dat politieke kopstukken het land ingaan buiten verkiezingstijd, maar deze keer ging het vooral over het boek “Opstaan in het Lloyd Hotel”, dat Asscher heeft geschreven. In dit boek schrijft de PvdA-leider openhartig over zijn persoonlijke en politieke ervaringen. Hij werd daarover maandagavond geïnterviewd door de in Zwolle wonende Nynke de Jong, columniste bij de Stentor.
De afgelopen week is het nieuwe politieke jaar in Den Haag begonnen, maar de start van zijn twaalfjarige zoon op de middelbare school heeft op Asscher meer indruk gemaakt. “Fietsend door de drukke Amsterdamse verkeersstromen met een te zware rugzak.” Uiteraard is Asscher ook al bezig met de voorbereidingen voor de Algemene Politieke Beschouwingen, die na Prinsjesdag zullen plaatsvinden. “Het zal over meer gaan dan alleen over enkele procenten meer of minder koopkracht.”
In het eerste deel van zijn boek vertelt hij iets over zijn achtergrond. Zijn vader is in de oorlog als Joods jongetje geboren en toen zijn ouders door de Duitsers werden opgepakt voor transport naar Westerborg is hun zoontje weggesmokkeld en ondergebracht bij een verzetsechtpaar, dat hem als eigen zoon heeft opgenomen. Na de oorlog keerden zijn ouders terug uit Bergen-Belsen en kreeg hun zoontje een voor hem vreemde moeder. Het zoontje, de vader van Lodewijk Asscher, werd een succesvol advocaat, maar door zijn oorlogservaringen wilde hij niet teveel opvallen. Hij had er daarom ook wel moeite mee dat zijn zoon Lodewijk een publiek figuur werd: “Wat heeft die jongen toch een afschuwelijke baan.”
Ook over de winst en verlies van de PvdA de afgelopen jaren geeft Asscher zijn persoonlijke ervaringen weer. In 2012 kreeg de PvdA onder aanvoering van Diederik Samson 38 Kamerzetels en werd de Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher vicepremier en minister van Sociale Zaken en ging samen met de VVD regeren. Het was crisistijd en er moest flink bezuinigd worden. Dat werd de PvdA niet in dank afgenomen en bij de Kamerverkiezingen van 2016 kelderde de PvdA naar 9 zetels; een dramatisch verlies van 29 zetels. Bij de Europese Parlementsverkiezingen van afgelopen jaar kwam de PvdA in weerwil van alle opiniepeilingen als grootste partij in Nederland uit de stembussen. Asscher is “super optimistisch” over de toekomst van de PvdA: “Mensen kunnen boos op je zijn, maar richten ook hun hoop op onze partij.” Wel beseft hij dat je moet voorkomen dat je mensen weer teleurstelt. De PvdA wil duidelijker aangeven waar ze met Nederland naar toe wil en wat er moet veranderen in onze economie “om ons land nog mooier te maken.”
